Saturday, November 12, 2005

Kruidvat

De twee dames waren me al opgevallen bij één van de schappen. Ze voerden een discussie met een winkelmeisje. Iets over een pakketje en streepjescodes. Helemaal volgen deed ik het niet, maar ik was nog niet uitgeshopt, dus ik liet het tafereel voor wat het was. Eenmaal in de rij voor de kassa werd echter duidelijk waar het over ging. De dames stonden precies voor mij, en ik diende de uitkomst van de discussie af te wachten. Je kreeg kennelijk een of ander pakket mee als je een bepaalde bon kon inleveren. Iets dat per email was toegestuurd door Kruidvat. Een actie. Maar nu kwam het.
"Ik heb geen printer thuis", zegt de dame, "dus hoe kan ik die mail dan meenemen?"
Het kassameisje kijkt meelevend, maar kan er niets aan doen. Er moet een bon worden ingeleverd, anders geen pakket. De dame geeft het echter niet op. Ze heeft de streepjescode opgeschreven, en zelfs haar paspoort meegenomen voor legitimatie. Het kassameisje is vasthoudend, maar iets in haar ogen verraadt twijfel. Je ziet dat ze wankelt. Een tweede kassameisje, dat tergend langzaam de voorraad paracetamol aan het bijvullen is terwijl de rij groeit, voelt zich geroepen om zich ook met de kwestie te bemoeien. Zo traag als ze de dozen met pillen aan het stapelen was, zo beslist schiet ze haar collega te hulp.
"Mevrouw, zonder bon klopt onze administratie niet, dan wordt het een puinhoop." Dit lijkt niet voor discussie vatbaar.
"U dwingt mij dus een printer aan te schaffen," stelt de dame, die nu duidelijk geïrriteerd is.

De rij wordt steeds langer.

De dames willen van geen wijken weten. De kassameisjes ook niet. Ik overweeg te suggereren dat ze de email wellicht aan iemand kan doorsturen die een printer heeft, maar iets zegt me dat ik me er beter buiten kan houden. Op dat moment besluit het tweede kassameisje de discussie te laten voor wat het is en haar kassa te openen. Behendig manoevreer ik mij voor een meneer die net iets te lang aarzelt. Zo ben ik als eerste bij de tweede kassa. Het mandje wordt uit mijn handen gegrist.
"Anders nog iets meneer?"
Een doosje paracetamol, besluit ik, dat kan er nog wel bij.
Het kassameisje twijfelt. Waar staat die paracetamol ook alweer?
Terwijl de twee dames van het pakketje druk orerend de zaak verlaten, zonder pakket, vraag ik me af wat irritanter is. Twee van die vervelende Amsterdam-Zuid vrouwen die een hele winkel bezighouden, of van die kassameisjes waarvan je je afvraagt waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Ik ben er nog niet helemaal uit.