Thursday, March 30, 2006

Werkmannen

In mijn straat zijn onlangs de lantaarnpalen vervangen door nieuwe. Met als gevolg dat er gedurende enkele weken grote gaten in de stoep zaten. De verwijderde stoeptegels keurig in stapels ernaast. Waarom het vervolgens een paar weken moest duren voordat de tegels weer werden teruggelegd, wil ik nog even in het midden laten. Het was weliswaar lastig (je wilt tenslotte niet in zo'n gat vallen), maar je kon tenminste normaal wakker worden zonder door werklui te worden gestoord. Zo niet vanmorgen. De stoep werd weer in oude staat teruggebracht.

Het was een gebeurtenis die niet te missen viel.

Dat soort werk start namelijk altijd vroeg in de ochtend. Ik heb nooit begrepen waarom het nodig is om vanaf 7 uur te beginnen met het makan van lawaai. Dat kan toch ook later op de dag als mensen zoals ik niet thuis zijn? Dergelijke ochtenden verlopen volgens een vast stramien. Eerst hoor je dat er een busje in de straat wordt geparkeerd. De schuifdeuren gaan zeker tien keer open en dicht. Steeds met brute kracht. Vervolgens wordt er flink naar elkaar geschreeuwd. Instructies, vermoed ik. Wat volgt, is een pandemonium van lawaai. Tegels die worden gestapeld, geklop van hamers en ander metaalachtig werktuig. Intussen wordt er luidkeels gecommuniceerd. Dat gaat zo een tijdje door, tot een uur of 8. Dan is het van het ene op het andere moment weer stil.

Even later kijk ik uit het raam. Er is niets te zien. Niet alleen niets in de zin van: geen werkmannen, maar ook: geen vorderingen. De stoep ziet er nog precies zo uit als gisteren. Ook als ik een uurtje later de deur achter me dichttrek, is er van de werkmannen geen spoor te bekennen.

En nu maar hopen dat ze het karwei later vandaag alsnog afmaken. Al moet je niet vreemd opkijken wanneer ze dat pas morgenochtend doen. In alle vroegte.

Sunday, March 26, 2006

Uit Liefde

Wat een schok. Zaterdagavond horen we op het nieuws dat Joop Admiraal is overleden. Minder dan 24 uur daarvoor, in theater Bellevue, zagen we hem nog schitteren op het toneel in "Uit Liefde", een mooi stuk met ook Olga Zuiderhoek en Kees Hulst. Achteraf is dat dus zijn allerlaatste optreden geweest. Gelukkig hebben we hard geklapt. Het was prachtig.

Het is maar goed dat je niet van tevoren weet wanneer je gaat.

We hebben zoiets eerder meegemaakt. Enkele uren voor de eerste voorstelling van de theatermarathon "De Vergrijzing" van Freek de Jonge overleed plotseling Bram Vermeulen. Freek stond er indrukwekkend bij stil. Later die avond, in de bar van het Compagnietheater, signeerde hij een door hemzelf geschreven boek met "Voor Bram".

Ook uit liefde, dat kan niet anders.

Thursday, March 23, 2006

De brug

De brug over de Schinkel gaat op de meest onverwachte momenten open. Ook tijdens het spitsuur. Met als gevolg grote opstoppingen in de omliggende straten. Voor veel automobilisten een grote ergernis, maar ik hou er wel van. Het zijn momenten van rust en reflectie, en op de fiets heb je er eigenlijk niet zo'n last van. Behalve dat je even niet verder kunt.

Wanneer de brug open gaat, komt de omgeving tot rust. Gedurende enkele minuten zit er niets anders op dan te onthaasten en om je heen te kijken. Je hoort zelfs de vogels fluiten. De schepen varen gemoedelijk door het smalle bruggat. Tergend langzaam, maar toch ook weer snel. Je kunt er zo op springen, als je zou willen.

Zodra het schip de brug heeft gepasseerd, ontstaat onrust. Motoren worden gestart. De brug zakt, de overzijde verschijnt in beeld. Het blijkt er een drukte van belang. Posities worden ingenomen voor het vertrek. Na de Schinkelbrug moet ik linksaf, langs het water. Dus sta ik alvast aan de verkeerde kant van de straat. Zodra de bomen omhoog gaan, schiet ik weg, over de stoep. Het moment van rust is voorbij.
Zo ben ik dan ook wel weer.

Sunday, March 19, 2006

Veteranen

De beide heren waren met veel lawaai de kleedkamer binnengekomen. Ribbroek, poloshirt, broques. Ze voerden een uitermate belangwekkende conversatie. De één had kennelijk zojuist een nieuwe auto van de zaak, terwijl de ander zich beklaagde over zijn alimentatie. Zijn aandelen portefeuille was, in tegenstelling tot hijzelf, behoorlijk afgeslankt met dank aan de financiële escapades van een beursgenoteerde onderneming, maar hij was ervan overtuigd dat de economie wel weer zou aantrekken. Ik vroeg mij af wat de heren kwamen doen, maar op dat moment werden de meegebrachte tassen geopend. Twee echte pakjes in verenigingskleuren met bijpassende sokken werden op de bank uitgestald. Kijk eens aan, het waren roeiers. De heren gingen de Head of the River starten in het veteranenveld.

Ik ging er eens goed voor zitten. Zodra de tassen geopend waren, werd het onderwerp van gesprek op roeien gebracht. Voornaamste bron van zorg bleek te zijn dat er niet was getraind. Welnu, dàt was te zien. Ze troostten zich echter met de gedachte onlangs nog geskied te hebben, altijd goed voor de zuurstof. Bovendien hadden ze wind mee. Daarmee zouden ze vast en zeker een hogere gemiddelde snelheid weten te behalen dan die jonge clubrukkers die zojuist met wind tegen hadden gevaren. Ha, en zij hadden Jan Jaap op slag, die had vorige week nog op de ergometer gezeten!

Na het nodige gedoe lukte het om de vormeloze hopen in de pakjes te wurmen. Veel tijd om het te bewonderen kreeg ik echter niet, want binnen enkele seconden ging er een ruimvallende sweater overheen. De heren maakten zich op om het kleedlokaal te verlaten. Probleem daarbij is de spiegel die vlakbij de uitgang hangt. Druk orerend naderden zij de deur. Op dat moment werden zij elkaars spiegelbeeld gewaar. Even bleven ze staan.

“Zijn wij dat?”, vroeg de één.
Een eeuwigdurende seconde bleef het stil.
“Ja”, zei de ander met een diepe zucht, “laten we maar gauw in die boot gaan zitten."

Saturday, March 18, 2006

Zweven (2)

De ijzig koude oostenwind giert dwars door me heen. Toch voel ik me goed. Rechts de golven van de Nieuwe Meer, links de nog kale bossages van de Oeverlanden. In de verte doemt de skyline van Amsterdam-Zuid op. De torens zijn leeg en verlaten op deze kille zaterdag in maart.

In een rustig tempo doe ik mijn rondje. Heen, met wind mee, was het kouder. Omdat ikzelf nog koud was. Nu stroomt het bloed door mijn vingers. Mijn ademhaling is tot rust gekomen. Voorzichtige pas. De souplesse is er nog niet helemaal na de lange winter, maar het komt terug. Langzaam maar zeker.

Langs het water is het stil. Een enkele fietser passeert. Voorovergebogen over het stuur, rode wangen. Op weg naar een voor mij onbekend doel. Dan naderen de eerste tekenen van de stad. De wind doet verwoede pogingen mij terug te blazen, maar krijgt hier geen vat meer op me. In de luwte van de huizen passeert een andere loper. Even een korte knik. Zoals het hoort.

Morgen niet lopen. Dan fiets ik langs de oevers van de Amstel om de roeiers van de Head of the River aan te moedigen. De rust van vandaag zal dan ver te zoeken zijn.

Sunday, March 12, 2006

Acda's

Er wordt gefluisterd dat Acda en de Munnik aan een afscheidstoernee bezig zijn. Daar was vanavond in Paradiso niet veel van te merken. Of misschien juist wel. Er waren mooie momenten, maar vooral ook veel minder goede momenten. (Te) veel gitaren, geluid niet altijd helemaal goed, en net niet zo strak als je zou willen dat het zou moeten zijn. Dus was ik over het algemeen lichtelijk teleurgesteld. En toch was het een bijzondere avond. Vooral dankzij de toegiften. Een prachtige vertolking van "Lopen tot de zon komt" en de ultieme toegift "Als je bij me weggaat". Melancholie. Het blijft mooi. Maar zo mooi als het twee jaar geleden in de Kleine Komedie was, met een vooral akoestische bezetting en een ingetogen programma, wordt het misschien wel nooit meer.

In de tram terug bedacht ik me dat de dood van John Lennon vermoedelijk de redding van de Beatles is geweest. Oude magie is niet altijd even makkelijk tot leven te wekken.

Acda en de Munnik in Paradiso - 12 mrt 2006

Tuesday, March 07, 2006

Stemmen

Vorig jaar, bij het referendum over de Europese Grondwet, ging ik nietsvermoedend naar het stemlokaal en kreeg ik tot mijn verbazing zo'n ouderwets dubbelgevouwen stembiljet in handen gedrukt. Ik woonde destijds pas een jaar in Amsterdam en ik wist niet dat hier bij verkiezingen nog niet via de computer werd gestemd. In het stemhokje lag een rood potlood op me te wachten, bungelend aan een kettinkje. Voorzichtig pakte ik het op. En ook al wist ik heel goed wat mijn keuze zou worden, toch liet ik de fijngeslepen punt van het potlood nog even aarzelend over het stembiljet zweven, alsof ik het lot wilde tarten. Want als je eenmaal ergens de rode kleur aanbrengt, moet je doorgaan, anders is je stem ongeldig. Nadat ik uiteindelijk zorgvuldig het vakje met "Nee" had ingekleurd, bekeek ik tevreden het resultaat en vouwde het biljet dubbel. De apotheose was het deponeren van het stembiljet in de daarvoor bestemde stembus. Op het moment dat het stembiljet in de gleuf verdwijnt (niet nadat je nog heel even in het biljet hebt geknepen voordat je het loslaat), weet je dat je stem telt. Je hoort 'm vallen. Het was een mooi moment.

Vanochtend vroeg wandelde ik het stemlokaal binnen. Ik wist al dat nu ook in Amsterdam het stemmen per computer was ingevoerd. Overal in de stad hingen tenslotte posters met de tekst "Amsterdam stemt met de vinger". Jammer. De ervaring van vorig jaar had ik graag nog een keer willen meemaken. Sommige dingen moeten niet gemoderniseerd worden.

Wednesday, March 01, 2006

40+

Tot je veertigste is het beter te eten dan te drinken.
Daarna geldt het omgekeerde.

(Hebreeuws spreekwoord)